Het drama in de moederschoot

Tot nu toe is er nog weinig bekend over hoe belangrijk de tijd in de buik van de moeder is voor de rest van ons leven. Een op de tien mensen is bij het begin van de zwangerschap niet alleen. Als er een tweeling in de baarmoeder zit en een van de twee sterft, dan is dat voor de overlevende helft een geweldige schok, waarvan hij of zij zich later niet meer bewust is. Er blijft een gat in de ziel achter. De gevolgen van dit vroege verlies kunnen bijvoorbeeld eenzaamheid, onverklaarbare schuldgevoelens en een onvervulbaar verlangen naar eenheid zijn. De verloren tweelinghelft wordt overal gezocht.Vanaf het eerste moment van de conceptie krijg je als mens in wording alles mee wat er om je heen gebeurt. Het bewustzijn van je lichaam slaat alle ervaringen op. Je kunt waarnemen hoe je ouders met elkaar omgaan en hoe je moeder zich voelt. Wanneer je niet alleen bent in de baarmoeder, dan kun je je broertje of zusje gewaarworden. Je hoort zijn of haar hart kloppen, je ervaart hoe jullie allerlei bewegingen maken en samen spelen in de oceaan van het vruchtwater. Plotseling houdt de ander op met groeien. De harttonen worden steeds zwakker en de foetus sterft. Dan ben je alleen. Na je geboorte wordt er een sluier van vergetelheid gelegd over alles wat je voor die tijd beleefd hebt. Is alles wat je toen ervaren hebt wel spoorloos verdwenen en is daarmee de kous af?

Recensie(s)

Het echtpaar Austermann, hij psycholoog en natuurgeneeskundig therapeut, zij sociaalpedagoog, begeleiden in hun Instituut fur Systemaufstellungen und Traumatherapie volwassenen en kinderen middels familietherapie en organisatieopstellingen. Hun onderzoek en ervaringen in de prenatale psychologie heeft geleid tot dit boek met als doel “een aanzet te geven tot inzicht in de problematiek van de verloren tweelinghelft”. De overlevende tweelinghelft ondervindt vaak gevoelens van eenzaamheid, schuld en bindingsangst zonder te beseffen dat de oorzaak ligt in de vaak zeer vroege dood van hun tweelinghelft in de moederschoot. De auteurs gaan o.a. in op: zijn tweelingen echt zeldzaam?, van conceptie tot geboorte, waarnemingen en herinneringen van het embryo, waar blijft de overleden tweelinghelft, de symptomen, moeilijkheden en relaties van de alleengeboren tweelinghelft, therapievormen om de verloren helft te herontdekken en de weg naar heelwording. Hun uitgebreide, duidelijke en intrigerende, nieuwe informatie geent op wetenschappelijk onderzoek, wordt aangevuld met een grote hoeveelheid cases. Omdat de auteurs zich niet niet specifiek richten tot vakgenoten zijn deze nieuwe inzichten geschikt voor een breed lezerspubliek. Met literatuuropgave zonder jaartallen.<br/><br/>M. Kraaij-van Weeren