Hoe weet je of er systemisch iets aan de hand is in een gezin?

Hoe weet je of de problemen die er in een gezin zijn een systemische oorsprong hebben? In de opvoeding hebben we te maken met verschillende factoren op verschillende gebieden, zowel bij de ouder als bij het kind: de primaire  binding in het DNA-familiesysteem, de binding in andere groepssystemen waarvan men deel uitmaakt, omgevingsfactoren, gedrag, vermogen, overtuiging, identiteit en  missie.

Als niets lijkt te werken

Vaak hebben ouders veel werk verzet op al deze gebieden, al dan niet met hulp van (gedrags)therapeuten, maar ze behouden het gevoel dat iets hen onderuit haalt. Hoe goed ze met hun denken ook weten hoe ze het een en ander kunnen oplossen, het schijnt niet te werken, alle praktische tips en trucs ten spijt.

door: Marianne Langemeijer Heruitgave 2013

 De geschiedenis herhaalt zich
Soms geeft een ouder in zijn verhaal al aan dat de relatie die hij heeft met zijn kind lijkt op de relatie die hij met zijn eigen ouders had. Vaak hoor je in de verhalen dat de geschiedenis zich herhaalt, op heel concrete punten. Er zijn gebeurtenissen die zich letterlijk herhalen van generatie op generatie. Zo vertelde een moeder mij over de vrouwenlijn in haar familie. De moeder, haar moeder én grootmoeder hadden alle drie een doodgeboren kindje gehad. Een andere moeder vertelde dat zij, haar moeder én grootmoeder op hun 18e een zwangerschap hadden afgebroken. Een vader vertelde me eens dat alle oudste zoons met tegenzin het familiebedrijf hadden voortgezet; hij had nu een probleem met zijn zoon. En dan het verhaal van een jonge moeder die met zichzelf in de knoop zat en weinig zelfvertrouwen had. Zij kreeg steeds de gedachte dat ze op haar 27e zou sterven. Doordat dit haar zo bezig hield was ze niet voldoende beschikbaar voor haar kinderen, iets dat ze wel graag wilde. Tijdens de opvoedopstelling kwam naar voren dat haar tante op 27e jarige leeftijd zelfmoord had gepleegd. Deze tante was de lievelings zus van vader en de jonge moeder was naar haar vernoemd. Het is mooi dat ze op tijd op consult kwam zodat deze geschiedenis zich niet hoefde te herhalen.

Bij dit soort verhalen wordt mijn systemische oor gealarmeerd: hier is sprake van een gebondenheid in het familiesysteem onder invloed van grote gebeurtenissen. Deze gebondenheid werkt op onbewust niveau in een diepere laag: het fundament onder alle gebieden, de binding binnen de primaire familiegroep. Als we hier vruchtbare aarde maken, dan zal dat effect hebben op de bovenliggende lagen zodat deze tot vorm en bloei kunnen komen. In grote lijnen kun je zeggen dat er systemisch iets aan de hand is zodra er zaken aan de orde komen als: extreme emoties bij ouder en/of kind, onbegrijpelijke en extreme gedragingen bij ouder en/of kind, of steeds terugkerende conflicten in het gezin of op school.We ervaren dan dat er op de ‘onderlaag’ iets verstoord en verstrikt is geraakt in een systeem.

De vijf systemische dynamieken 

1. Chronologie: anciënniteit en de juiste plaats

2. Iedereen hoort erbij

3. Iedereen draagt zijn eigen lot

4. Ouders geven oneindig aan hun kinderen (zelfde DNA)

5. Er is een balans in geven en ontvangen (ander DNA)

Bij het opstellen bekijken we deze dynamieken. Het gaat daarbij niet om de inhoud van verhalen en gebeurtenissen of om psychologische zaken, hoe iemand als persoon was, maar om de juiste plaatsing. Plaatsing van het lot bij de persoon bij wie het behoort, het erkennen van de juiste plek van eenieder, het doorgeven van liefde van ouders aan hun kinderen, en het geven en ontvangen in balans tussen anderen, en dit alles in het belang van het gehele systeem waar wij onderdeel van zijn.
Binnen een familiegeneratie zijn we ten diepste verbonden met alle personen binnen de familielijn en daarmee ook met het (familie) lot. Daarnaast is er een sterk voelbare stroom van liefde, de bron van ons bestaan, het levengevende principe, die van generatie op generatie wordt doorgegeven. Dit alles maakt dat deze familieband zo bijzonder is. Het erbij horen in het primaire familiesysteem geeft ons het fundamentele en essentiële gevoel van bestaansrecht.

 Casus:Joke en haar driejarige dochter Anna

 Anna claimt moeder de hele dag en wil niet zelfstandig gaan spelen. Het laatste half jaar had Joke professionele hulp gehad, zij had alle tips en trucs toegepast, maar niets hielp. De situatie was Joke inmiddels veel te zwaar geworden en de vraag om hulp was dringend. We maakten een afspraak op korte termijn.

Moeder vertelde dat zij gelukkig getrouwd was en dat er naast Anna nog een jonger zoontje was. Met hem had ze geen problemen. Joke vertelde helder en duidelijk over de situatie; een zeer bewuste ouder met warme gevoelens voor haar gezin. Het werd mij snel duidelijk dat we op de psychologische “bovenlaag” niets zouden vinden en de diepere systemische vraag was duidelijk voelbaar. We zijn direct, zonder dat ik enige voorkennis van verdere feiten had, begonnen aan de opvoedopstelling. Joke legde een vloertegel voor zichzelf neer en daarna legde zij een vloertegel voor Anna neer: tegenover zichzelf en heel dichtbij.

Op het moment dat moeder op haar eigen vloertegel ging staan barstte zij in tranen uit en zei: “Ik ben zo bang dat Anna wat overkomt”! Anna voldeed dus op de “onderlaag” helemaal aan moeders wens om dicht bij haar te blijven. De tranen waren bijna niet te stelpen. Zij, noch ik, had enig idee waar het verdriet over ging, maar het was er direct en in volle omvang. Ik ben met het neerleggen van een vloertegel voor “waar het eigenlijk over gaat”. Het bleek dat Joke in haar vorige relatie een zoontje had laten aborteren omdat de relatie ten einde liep. Een gebeurtenis die zij ogenschijnlijk achter zich had gelaten. In de opvoedopstelling hebben we het geaborteerde zoontje een plaats gegeven. De gevoelens van spijt en verdriet over het feit dat het zo gelopen is hebben alle ruimte gekregen. Joke heeft hem een plek in haar hart en in haar gezin gegeven. Hij hoort erbij. Op een bepaald punt in de opvoedopstelling legde Joke de vloertegel van haar geaborteerde zoontje op die van Anna. Anna leefde al die tijd als het ware voor twee, zij hield hem in de familie.

Twee dagen na de opstelling veranderde het gedrag van Anna volledig. Ze werd een ontspannen kind dat heel goed op zichzelf kon spelen. Uit de feedback van de ouders kwam ook nog het volgende naar voren: Anna was ten tijde van de opvoedopstelling bij een oppas. Op een gegeven moment was ze in een hoekje gekropen en had enorm gehuild en gezegd: “Ik huil omdat mama nu verdrietig is”. En zo werd duidelijk dat kinderen de energetische informatie heel snel oppakken.