Hoe trek jij de aandacht van je kind?
Eén keer iets zeggen en je kind luistert naar je; dat zou toch mooi zijn! Wat praktische communicatie kennis op dit vlak maakt dit simpelweg mogelijk.
Het is net als de juiste stekker aansluiten op je cd speler. Pas als deze goed is aangesloten komt het geluid van de muziek over.
Om te weten hoe je het beste de aandacht van je kind kunt krijgen, zal je er eerst achter moeten komen of je een KIJK-, DOE-, of LUISTER-kind hebt.
Als je dit namelijk weet dan kun je heel makkelijk contact maken. En pas als dit contact er is kun jij je boodschap als ouder overbrengen..
Hoe werkt het? Ieder kind heeft een voorkeur om een bepaald zintuig te gebruiken. De een gebruikt bij voorkeur de ogen om de wereld te zien, de ander gebruikt zijn oren om de wereld te horen, en weer een ander gebruikt zijn lichaam om de wereld te voelen. Het eerste kind noemen we visueel, de tweede auditief en de derde kinesthetisch ( bewegen/voelen)
Door je kind te observeren ontdek je snel genoeg welk zintuig jouw kind bij voorkeur gebruikt. Is het gericht op ZIEN, HOREN of BEWEGEN/VOELEN.
Wat kun je observeren? Je kunt letten op: * taalgebruik; de letterlijke woorden die je kind zegt. * de oogbewegingen: kijkt het omhoog, in het horizontale gebied of naar beneden? * maakt het armbewegingen? * wat is de snelheid van praten?
KIJK kinderen zijn visueel gericht; ze gebruiken ‘kijk’ woorden zoals bijvoorbeeld: “zie je dat, dat is rond”. KIJK kinderen zien letterlijk plaatjes, ze kijken omhoog. Een visueel kind is aan het kijken en ziet soms letterlijk een film voor zich afspelen. Die beelden kunnen snel gaan en daarom praten ze ook vaak snel. Dit zijn ook kinderen die graag puzzelen.
LUISTER kinderen zijn auditief gericht; ze gebruiken ‘luister’ woorden. Bijvoorbeeld: “Hoor je dat”, praat niet zo hard”. Hun ogen bewegen zich op het horizontale vlak, op oor-hoogte; ze zijn aan het luisteren met hun oren. Ze zeggen soms innerlijk dingen tegen zichzelf. Ze praten iets langzamer dan de visuele kinderen. Het zijn de kinderen die er van houden om voorgelezen te worden en die graag liedjes zingen. Ze onthouden dingen door ritmisch iets op te zeggen.
DOE-/VOEL kinderen zijn kinesthetisch gericht; Zij gebruiken doe-, en voel- woorden. Ze zeggen bijvoorbeeld: “ik ga hard lopen, ik voel het niet zo”. Hun ogen zijn meer naar beneden gericht; ze zijn aan het voelen en beleven. Ze praten langzaam. Dit zijn kinderen die graag op allerlei mogelijke manieren veel bewegen, alles en iedereen willen aanraken en vastpakken.
Gek hè, dat als je tegen je kind zegt “Luister nou toch eens naar me,”
dat ze het soms gewoon niet kunnen horen!